woensdag 31 december 2014

Sigaren tellen en oliebollen met piemeltjes

Al is het dik vijfentwintig jaar geleden dat ik voor het laatst op deze manier de tijd tussen kerst en oud en nieuw doorbracht, toch gaan, zoals elk jaar, mijn gedachten regelmatig terug naar de sigarenwinkel van mijn oom Kees in de Haagse Vruchtenbuurt, waar ik deze dagen (bijna?) tien jaar lang sigaren tellend doorbracht. Saai? Nee, ik genoot met volle teugen!
De sigarenwinkel was echt zo'n knusse buurtwinkel met het woonhuis eraan vast. Mijn oom had de winkel overgenomen van mijn opa, die de zaak begonnen was in een tijd dat het nog helemaal niet bekend was dat roken zo slecht voor je is. Oom Kees had zware epilepsie die zelfs met medicijnen niet onder controle te krijgen was. Ook de daarbij behorende valpartijen (ik heb wat met hem bij de Eerste Hulp of op een EHBO-post gezeten) deden hem natuurlijk geen goed. Het versterkte zijn eigenaardigheden en beperkten zijn mogelijkheden op den duur zodanig dat hij de winkel van de hand moest doen toen ik achttien was.
Toen ik acht was maakte ik voor het eerst bewust kennis met de winkel. Wat vond ik het leuk om klanten te helpen en - dat is het leuke aan zo'n buurtwinkeltje- de klanten vonden het leuk om door zo'n klein opdondertje (ik was ook nog eens heel klein voor mijn leeftijd) geholpen te worden. Eerst natuurlijk onder het toeziend oog van oom Kees, maar al snel hielp ik de klanten zelfstandig, vulde ik de sigaretten aan, telde de kranten uit en dweilde na sluitingstijd de winkel.
Aan het eind van elk jaar moest er uiteraard geïnventariseerd worden. Oom Kees hield van een ruime voorraad en zodoende stonden de planken vol met alle mogelijke soorten sigaren in alle mogelijke verpakkingen. Van dezelfde soort sigaren stonden er soms dozen van drie of vier prijsverhogingen.
Dat moest allemaal omgerekend worden naar de stuksprijs van de sigaar. Overdag probeerden we zoveel mogelijk te doen. De een op een trap, stuk voor stuk alle dozen bekijkend en uit het hoofd berekenend wat de sigaren per stuk zouden kosten, de ander met een door mijn oom van een onbedrukte wikkel van een slof sigaretten (zuinigheid voor alles) gemaakte lijst, waarin alles opgetekend werd. Het hoeft geen betoog dat ik altijd probeerde de positie op de trap te bemachtigen. Als dat niet lukte, zorgde ik dat in de 'opvangpositie' stond, want oom Kees voelde de aanvallen niet aankomen... Tussendoor werden de klanten natuurlijk ook geholpen en wensten we ontelbare keren 'een prettige jaarwisseling', welke wens we, meestal in dezelfde bewoordingen, even zo vaak terugkregen. Ook 's avonds na sluitingstijd gingen we nog een poosje door met tellen, niet te lang, want oom Kees had veel slaap nodig. Op oudejaarsdag kwam mijn vader in de loop van de middag, na het bakken van een grote hoeveelheid oliebollen, naar de winkel en werd met vereende krachten het karwei afgemaakt. Na sluitingstijd moesten dan alleen de courante artikelen, zoals de sigaretten en de snoepbak, nog geteld worden. En dan... dan was het, voor mijn gevoel, ineens klaar en hadden we het weer gered om voor de jaarwisseling de inventarisatie af te ronden. Na een kop koffie gingen we naar huis waar pannen vol lekkere oliebollen met uitlopertjes op ons stonden te wachten. De enige dag in het jaar dat we piemeltjes mochten zeggen...

Prettige jaarwisseling en een geweldig 2015 gewenst!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten